Algemene veiligheidsinstructies
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij
om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste
prioriteit te hebben terwijl u rijdt. Verricht uitsluitend handelingen aan
het montagehulpstuk, de houder of het navigatiesysteem als de
rijomstandigheden een veilig gebruik toelaten.
Zorg er tijdens het plaatsen van het montagehulpstuk of de houder voor
dat de stuurinrichting, het remsysteem of andere belangrijke systemen
(zoals de airbags) niet worden gehinderd en dat uw gezichtsveld niet
wordt belemmerd.
Zorg ervoor dat de inschakeling van de airbags niet wordt geblokkeerd
of anderszins wordt gehinderd.
Zorg ervoor dat u het montagehulpstuk of de houder niet op een locatie
bevestigt waarop u in het geval van een ongeluk of een botsing met een
van beide in contact kunt komen.
Controleer periodiek of de zuignap aan de onderkant van het
montagehulpstuk stevig op de voorruit is bevestigd, vooral wanneer er
sprake is van grote schommelingen in de omgevingstemperatuur.
A a n d e s l a g
18
Laat geen onderdelen van het product in het voertuig achter als ze dan
aan direct zonlicht of extreme warmte worden blootgesteld. Het
product kan beschadigd raken als de bedrijfstemperatuur lager is dan -
25°C of hoger dan +55°C of als de opslagtemperatuur lager is dan -40°C
of hoger dan 100°C.