Datum en tijd
Als u de instellingen voor de datum en tijd wilt wijzigen, wijst u op
Tijd
en datum
. Wijs op
of
om door de beschikbare instellingen te
bladeren.
• Om de tijd in te stellen, wijst u op de tijd in
Tijd
. Wijs boven aan het
weergegeven toetsenblok op de velden voor het aantal uren, minuten
of seconden. Als u de tijd wilt invoeren, wijst u op de cijfers of wijst u
op + of - en wijst u vervolgens op
om de tijd op te slaan.
• Om de datum in te stellen, wijst u op de tijd in
Datum
. Wijs boven
aan het toetsenblok op de velden voor het jaar, de maand of de dag.
Als u de datum wilt invoeren, wijst u op de cijfers of op + of -. Wijs
op
om de datum op te slaan.
• Om de tijdzone te selecteren, wijst u op de huidige instelling in
Tijdzone
, de gewenste regio en
.
B a s i s h a n d e l i n g e n
25
• Om de zomertijd in of uit te schakelen, wijst u in
Zomertijd
op de
huidige instelling totdat de gewenste optie wordt weergegeven.
• Om de 12-uurs of 24-uurs tijdnotatie te kiezen, wijst u in
Tijdnotatie
op de huidige instelling totdat de gewenste optie wordt
weergegeven.
• Om de datumnotatie te selecteren, wijst u in
Datumnotatie
op de
huidige instelling. Wijs op de gewenste notatie en vervolgens op
.